Een sensuele jonge vrouw geeft zich over aan zelfgenoegzaamheid en verliest haar maagdelijkheid

Getuige de verleidelijke vertoning van een jeugdige tovenares terwijl ze in haar eigen gezelschap wemelt, haar lenige lichaam dat hunkert naar verkenning. Bij elke lome rek openbaart zich haar ongerepte liefdesnestje, een bewijs van haar zuiverheid. Ze rekt zich niet alleen uit, ze bereidt zich voor, prikt haar onaangeroerde schat voor een naderende extatische ontmoeting. De verwachting stijgt als ze vakkundig haar delicate bloemblaadjes overhaalt tot een staat van gelukzaligheid, haar ademhaling die bij elke aanraking aanspunt knelt. Maar het echte hoogtepunt ligt voor haar. Een schimmig figuurtje dat haar onschuld aan het wankelen brengt. Met een zachte streling breekt hij haar heilige bank, ongeschonden in ons, ongeschuwd voor ons, dat eerder een oceaan van plezier was geweest. Het is een ontdekkingstocht, een ontdekkingsreis van zelfontdekking en verzadiging die een menselijke verkenningstocht is geweest. Dit verlangen is een verkenning van zelfvervulling en vervulling van de menselijke kracht.