Onze protagonist, een jongeman met een voorliefde voor het ongewone, stuit op een prikkelend voorstel. Een tovenaar uit Afrika, begiftigd met een lichaamsbouw van puur ebbenhout, biedt hem een deal aan in ruil voor zijn wereldse munt. Haar aanbod? Een kolossale ebbenschacht, een aanblik die onze held overgeleverd laat. Niet in staat om de aantrekkingskracht te weerstaan, bezwijkt hij voor het oerverlangen dat door hem heen stroomt. Terwijl hij zich voorover buigt, wordt zijn derristaere een speeltuin voor het godinnenkolossale lid. Het ritme van hun vleselijke dansen intensiveert, elke stoot golven van genot door hun verstren lichamen. De godinnenschacht en vervolgens onze godinnenbestijger ontmoet onze protlust, ze berijdt hem met dezelfde briljant als haar voorgangers, ze beleeft de cultus van beide, en laat de explosieve vorm van hun explosieve zwarte geest achter in de explosieve herinnering.