Gestrafte 18-jarigen krijgen hun kontjes geslagen in de gevangenis

In een wereld van losbandigheid en zonde bevinden zich twee jonge mannen in een gevangeniscel, hun jeugdige onschuld ontdaan. Hun overtredingen? De bewakers betrappen hen op ongeoorloofd genot, hun verboden verlangens blootgelegd. Als straf worden ze gedwongen de bewakers te dienen, hun lichamen worden de speeltuin voor deze gezaghebbende figuren. In de schaars verlichte grenzen van de cel slaan de bewaaksters om beurten hun jonge, stevige kontjes, elke slag weergalmend door de lege zalen. De bewaker weet met hun gegrinikte handen en ervaren ogen precies hoe ze deze jonge mannen tot het uiterste kunnen drijven. De bewaakers nemen dan hun genot, vinden hun harde pikken in de mond van de gestrafte jonge mannen. Het geluid en gekreun van de mannen vult de lucht, het verlangen om de jonge, de rauwe, rauwe geest van onderwerping en onderdanigheid in de gevangenis te verteren, het verlangen naar een rauwe wereld van straf, het verlangen van de wereld van onderdanigheid, de duistere macht van de bewaker.