Een jeugdig 18-jarig meisje werd opgepakt door een doorgewinterde officier op beschuldigingen van winkeldiefstal. De kleine tiener, in handboeien, werd naar het terrein geleid, haar onschuld of schuld onduidelijk. De officier, geïntrigeerd door haar jeugdige charme, koos ervoor om haar te ondervragen in een afgelegen ruimte. Naarmate het gesprek vorderde, verschoof de houding van de officieren, waardoor een meer oerverlangen zichtbaar werd. De jonge vrouw, overrompeld, merkte dat ze tegenover de officiers oprukte. Ondanks haar aanvankelijke verzet bezweek ze voor zijn avances, bezwijkend voor de verboden alle van de geüniformeerde autoriteit. De figuur wisselde gepassioneerd in, begeleidde de gepassioneerde ontmoeting met de officier, begeleidde elke stap door de jonge officier, hun beide mannen achterlatend hun geheime ademhalingen binnen de muren.