Een jonge en naïeve politieagent bevindt zich in een precaire situatie wanneer hij een verdachte crimineel arresteert. Buiten zijn medeweten heeft de verdachte een slinks plan. Hij gebruikt zijn sluwheid om de agent te overmeesteren, hem vast te binden en de controle over de situatie te krijgen. De verdachte begint met een ondeugende grijns het tengere lichaam van de agenten te verkennen, zijn handen zwerven vrij rond. De officier, hulpeloos en kwetsbaar, kan alleen toekijken hoe de verdachte hem uitkleedt, zijn blote vorm onthullend. De verantwoordelijke, zwelgend in zijn macht, gaat verder met zichzelf te plezieren met het officierenlichaam, zijn handen verkennend elke centimeter van de jonge officieren in tengerief. De functionaris, in opleiding, kan alleen in de staat worden tegengekomen, de getuige wordt alleen maar in bedwang gehouden in de gepassioneerde toestand. De agent is tevreden met zijn gepassioneerdheid en heeft zijn verlangens volledig uitgeput.